Aan de tafel-loge, bij het instellen der kanonade voor den achtbaren meester

Dankoffer aan den G. Mr. nationaal van Teylingen en deszelfs Gedeputeerden G. Mr. de Mist. en verdere hooge officieren : bij het visiteeren van de venerable loge La Vertu te Leyden : Op den 24 Maart 1801 [door C. v.d. Reyden. Gedicht]

Hulde aan den achtenswaardigen broeder dezer loge Christiaan Ehrenfried Burckhardt, welke, na dat zijn ed. voor vijftig jaren als lid van de Achtbare Loge La Vertu, te Leyden was aangenomen, nu op den 25. februarij 1819, van de vergaderde broederen aldaar zijn afscheid nam

Chanson pour les frères de La Vertu à Leyde. [en een ander lied gezongen bij de tafelloge op 26.X.1957 te 's-Gravenhage na opvoering van de St. Jansloge 1770](1) Ah! quel plaisir... [Vrij naar: 'L'amitié constante' uit: Vignolle, de, et Du Bois; La lire maçonne] : (2) De lofzang klimm'... [Vrij naar: 'Gezang ter gelegenheid van het 25-jarig meesterschap van A.J.B. Drabbe' door C. van der Reyden]

Gezangen ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig meesterschap van den achtbaren A.I.B. Drabbe : Gevierd in de Achtbare Loge La Vertu, in het Oosten van Leyden, op den 27 van Louwmaand in het jaar des lichts 5814 [door V.D.R. d.i. C. v.d. Reyden]

Gezang voor den broeder C.E. Burckhardt, bij het inkomen der loge, ter viering van zijn vijftigjarig lidmaatschap, in de loge La Vertu [Koptitel]

Voor den G. Mr. nationaal bij het visiteeren van de venerable loge La Vertu, te Leyden, den 24 Maart 1801. [Lied]